Koning van Katoren

In de nacht dat de Koning van Katoren sterft wordt Stach (Mingus Dagelet) geboren. Zijn moeder overlijdt op het kraambed en aan zijn vaders leven komt ook nog diezelfde nacht een einde als hij van de toren valt waarin hij de vlag halfstok wil hangen vanwege het overlijden van de koning. Stach wordt liefdevol opgevoed door zijn oom Gervaas (Hans Leendertse) terwijl het land Katoren onder het bewind van de ministerraad steeds soberder en somberder wordt. Als Stach 17 is besluit hij koning te willen worden, de ministers geven hem vijf opdrachten die hij moet vervullen om koning te kunnen worden.

scene foto
Koning van Katoren

Zij die het kinderboek gelezen hebben zullen nu al wel beginnen te sputteren, dat waren toch zeven opdrachten, waarvan er zelfs eentje werd afgekeurd waardoor Stach er toch acht moest uitvoeren? Zo heeft Jan Terlouw het inderdaad geschreven destijds, maar om de film niet te lang te maken (hij duurt nu al bijna twee uur, wat aan de lange kant is voor een kinderfilm) zijn er een aantal opdrachten uitgehaald. Dit blijven natuurlijk gevaarlijke keuzes bij verfilmingen van veelgelezen boeken, maar het publiek waar deze film voor gemaakt is, kinderen vanaf 9 jaar, zal dit boek wel niet gelezen hebben, het boek is immers alweer 41 jaar geleden geschreven. Probeer daarom zo min mogelijk aan het boek te refereren, want zelfs bij het verfilmen van de opdrachten hebben de scriptschrijvers zichzelf nogal wat vrijheden veroorloofd.

De opdrachten die Stach van de ministers krijgt zijn: de knobbelneuzen van Afzete-Rijen, de schuifelende kerken van Uikumene, de draak van Smook, de Pantaar van Ekilibrië en het springen van de St. Aloïsiustoren. Namen die zeker voor oudere kinderen tot de verbeelding zullen spreken, de steden worden ook zeer uiteenlopend in beeld gebracht en zijn in verschillende streken van Europa gefilmd.

scenefoto
Koning van Katoren

Waar het bij deze film mis is gegaan is het gebrek aan een fatsoenlijk budget, met slechts 5 miljoen euro budget heeft regisseur Ben Sombograat een film willen maken op veel verschillende locaties met veel figuranten en special effects, dat is hem slecht gelukt. Om kosten te sparen heeft hij veel bestaande beelden gebruikt, legeropnames en landschapsbeelden zijn overduidelijk niet van zijn eigen hand, maar gewoon in de film geplakt, dit komt erg knullig en amateuristisch over. Verder wordt de film bevolkt door hordes Italiaanse figuranten, veel scènes zijn in Italië opgenomen, terwijl de film Nederlandstalig is. Dit levert problemen op als de figuranten gaan zingen, zij zingen immers in het Italiaans en daar is Nederlandstalige zang overheen gezet, waardoor dat wat je hoort totaal iets anders is als wat je ziet, de lippen lopen nooit synchroon. De special effects zijn daarbij van een bizar laag niveau, een draak die opgebouwd is uit milieuvervuilende chemische vaten getuigt van fantasie, het is alleen zo beroerd in beeld gebracht dat dit niet tot zijn recht komt.

scenefoto
Koning van Katoren

Erg jammer allemaal want het avonturenverhaal Koning van Katoren heeft wel de ingrediënten om ook de huidige jeugd te boeien, men heeft ook getracht de problemen van toen te actualiseren, politieke wantoestanden, multiculturele geloofsproblemen, milieuverontreiniging en bureaucratie. Met het veelvuldig inzetten van mobiele telefoons, iPads, Wikipedia en touchscreens heeft men het boek in een 21ste eeuws kader kunnen plaatsen.

Het spel van Minus Dagelet is wat gladjes, zijn uiterlijke kenmerken worden ook maximaal uitgebuit om vooral toch ook de tienermeisjes naar deze film te krijgen. De show wordt vooral gestolen door de wat ervarenere acteurs, Frits Lambrechts als Janus uit Smook ontroert, zo ook Hans Leendertse, die op een komische liefdevolle manier oom Gervaas neerzet, mooi om te zien hoe een volwassen man zichzelf zo kwetsbaar en klein durft neer te zetten. Hugo Koolschijn is als de Pantaar mysterieus en griezelig, de ministerraad die in het boek zo'n belangrijke rol speelt komt hier nauwelijks aan bod en komt dus ook niet uit de verf. De Italiaanse figuranten komen te vaak ongemotiveerd en energieloos in beeld, inspiratieloze poppen, waardoor de film af en toe een zombiefilm lijkt te worden, de grote scènes worden zo trieste zielloze gedrochten die het plezier uit de film lijken te zuigen.

Het ontbreekt de film te vaak aan kleur, wat voor een kinderfilm zo belangrijk is, in het begin lijkt dat een bewuste keuze, dan is alleen Stach voorzien van kleding met volle kleuren, in een grauwe omgeving. Maar gaandeweg de film wordt ook de kleur van zijn kleding valer, als er in Ekilibrië weer wat kleur om de hoek komt is het al te laat en is het plezier ver te zoeken. Daar waar Jan Terlouw een boek schreef vol fantasie en inspiratie is het precies datgene waar het in deze film aan ontbreekt, een kinderfilm waar geen kind vrolijk van zal worden.