The Grand Budapest Hotel

Als er iets is wat de films van regisseur Wes Anderson kenmerkt, dan is het wel het oog voor detail. Zijn eerste speelfilm Bottle Rocket had dit misschien nog wat minder nadrukkelijk, maar vanaf Rushmore is de onovertroffen stijl van de Amerikaanse excentriekeling in een oogopslag te herkennen. Dan loert er ergens het gevaar dat zijn films in herhaling vallen en originaliteit ontberen, maar met The Grand Budapest Hotel wordt het zoveelste bewijs geleverd dat Anderson altijd weer iets nieuws weet te verzinnen om zijn fans te vermaken.

grand budapest hotel

Zo greep hij zijn laatste film Moonrise Kingdom aan om met een ontluikende tienerliefde al een nieuw thema te verkennen. Alle bekende facetten die Andersons films typeren kwamen terug, maar het meer universele thema en de iets 'normalere' aanpak - hoewel conventie daarmee beslist niet in het woordenboek van de regisseur voorkomt - zorgden ervoor dat hiermee een breder publiek werd aangesproken. The Grand Budapest gaat ongetwijfeld weer nieuwe fans trekken, maar wederom zijn de karakteristieken van de filmmaker duidelijk terug te zien. 

Zoals gebruikelijk is er een cast om je vingers bij af te likken. In Andersons films zijn altijd wel veel grote namen te zien, maar dit keer maakt hij het wel heel bond. Acteurs als Bill Murray, Adrien Brody, Willem Dafoe, Jeff Goldblum, Harvey Keitel en Jason Schwartzmann speelden al in meer films van de regisseur, maar nu zijn ook nog debutanten als Ralph Fiennes, Jude Law en Léa Seydoux en Saoirse Ronan te zien. 

grand budapest hotel

Dan kan het zijn dat overdaad schaadt, maar niet bij The Grand Budapest Hotel. Ieder personage krijgt precies genoeg screentime om te brengen wat nodig is voor het verhaal, zonder dat een hele kleine bijrol vraagt om meer toelichting of verdieping. Zoals zo vaak is het scenario prima uitgedacht en iedere scène heeft zijn nut. De mise-en-scène, waaraan een authentieke Anderson toch het beste te herkennen is, is wederom onovertroffen: de aandacht voor detail in de sets, het doen en laten van de acteurs, de kleding, het kleurgebruik en de muziek zijn perfect verzorgd. En dan is er ook nog weer die fenomenale cinematografie: de gekadreerde shots buiten het 4:3 formaat optimaal uit en zijn kleine, op zichzelf staande kunstwerkjes. 

Al deze facetten tezamen zorgen voor een unieke balans van humor, luchtigheid, drama, tristesse, melancholie en vrolijkheid waarvan alleen Anderson de formule weet. Maar wat maakt van The Grand Budapest Hotel dan toch opnieuw een sterke, op zichzelf staande film?

grand budapest hotel

The Grand Budapest Hotel onderscheidt zich door iets meer spanning, iets meer intrige en iets meer tempo dan Anderson normaal in zijn films stopt. Dit keer geen bizarre familieperikelen of een ontluikende jeugdliefde, maar een heuse whodunit. De legendarische conciërge Gustave H. (Ralph Fiennes) belandt in deze film met zijn protegé Zero Moustafa (Tony Revolori) in een familiegevecht om de erfenis van hotelgast en goede vriendin Madame D. (Tilda Swinton), waarbij het de vraag is wie de erfenis gaat krijgen en hoe Madame D. om het leven is gekomen.

Zoals eerder gezegd staat het scenario als een huis en het is doorspekt met subtiele slimmigheden, zoals de geheimtaal die op een briefje te zien is. Tijdens de film gaat het te snel om de codetaal te ontcijferen, maar internet biedt uitkomst: zonder verder iets bekend te maken is dit een van de beste voorbeelden van de vele kleine details die ook van deze film iets unieks weet te maken.

grand budapest hotel

Daarbij is de aankleding van de film - gekenmerkt door de kleur roze - ook net weer iets anders, waar Moonrise Kingdom bijvoorbeeld nog leunde op sepia-achtige kleuren. Er zit een fractie meer humor in de film en de keuze voor Ralph Fiennes in de hoofdrol is een uitstekende vondst. De Brit is dan wel vooral bekend om zijn serieuze rollen, maar hier lijkt hij zijn ziel bloot te hebben gegeven aan Anderson en het resultaat bevestigt wat een vakmannen zowel de acteur als regisseur zijn.

The Grand Budapest Hotel vertelt een onmiskenbaar Anderson-verhaal, maar toch is het allemaal prima te behappen voor iemand die onbekend is met de eigenzinnige stijl van de regisseur. De Amerikaan behandelt een voor hem nieuw thema en weet, ondanks de herkenbaarheid, ook deze film opnieuw een eigen gezicht te geven. Anderson lijkt in zijn eigen uniciteit zo divers dat de kenners het waarschijnlijk nooit eens worden over wat nu echt zijn beste film is. Zoals er nu, na het zien van The Grand Budapest Hotel, ook ongetwijfeld weer mensen zullen zijn die deze film als zijn beste gaan betitelen. En dat mag best.